Grotten
In grotten is het donker met een vuurtje maakten ze het licht.
Je kon ook tekenen in grotten, Ze maakten met planten kleur.
Je kan ook tekenen met houtskool.
Ze tekende veel dieren, zoals : Paarden, stieren, herten, mammoeten, oerossen, en wolharige neushoorns.
In grotten woonde vroeger ook mensen. En er woonde ook soms dieren.
Grotten waren gemaakt van klei.
En er waren hele lange gangen. Ze waren 30. 000 jaar bewaard gebleven.
Prehistorische tekeningen zijn tienduizenden jaren oud. De steentijd mensen konden ze eigen fantasie tekenen.
Grotten kunnen ook instorten.
Grottekeningen in de Steentijd
Mensen in de Steentijd woonden soms in grotten. Ze maakten ook vuur in de grotten en dansten voor de goede geesten. Met houtskool van het vuur maakten ze tekeningen op de wanden van de rotsen. Ze gebruikten ook verf gemaakt van aarde. Aardekleuren zijn: bruin, rood, okergeel en wit. Andere kleuren hadden ze niet. Soms krasten ze tekeningen in de muur van de grot.
Ze tekenden allerlei dieren, zoals herten, zwijnen, steenbokken, mammoeten en paarden en ook jagende mannen. Ze geloofden dat ze meer macht over de dieren zouden hebben als ze deze hadden getekend. De tekeningen hadden voor hun dus magische krachten. Ze zeiden ook magische woorden om de dieren dichterbij te laten komen om ze te kunnen vangen. Ze tekenden en schilderden de dieren heel groot en naast en boven elkaar.
Ze maakten ook handafdrukken in de grotten. Met een soort fluitje spoten ze verf om hun hand en dan kwam de omtrek van de hand op de rostwand.
Grotten zijn groot. Grotten zijn soms ook klein.